Illustratie Eliane Gerrits
Een van de treurigste ervaringen in voorstedelijk Amerika is winkelen. Stel je een gigantisch winkelcentrum langs een zesbaans snelweg voor. Je parkeert op een absurd groot parkeerterrein en loopt dan een enorme loods binnen. Terwijl je misselijkmakende synthetische geuren opsnuift, ga je onder flikkerende tl-lampen wanhopig op zoek naar een van de immer onvindbare bediendes.
Gelukkig is een van de grootste genoegens dat je daar niet langer hoeft te winkelen. Er is geen reden ooit nog een voet op zo’n bezoedeld vaalgrijs tapijt te zetten. Dat doe ik dan ook niet meer.
De laatste keer, bij elektronicagigant Best Buy, onderbrak een kauwgum kauwende verkoper, die geen enkele moeite deed zijn gaap te onderdrukken, me halverwege mijn vraag over een elektrische tandenborstel met de mededeling: „Waarom kijk je niet op internet? Daar is de keus groter en de uitleg betrouwbaarder.”
Pardon? Had ik daar dat stuk voor in de auto gezeten? Ik pakte de eerste de beste tandenborstel uit het schap en liep naar de kassa. Maar toen ik het eindeloze gehannes daar had doorstaan – telefoonnummers, e-mailadressen, postcodes, alles proberen ze je te ontfutselen – ging hun netwerk plat en moest ik alsnog onverrichter zake naar huis. Dat deed de deur definitief dicht. De man had gelijk. Online winkelen heeft de toekomst.
Winkels zijn als bijna uitgestorven dinosaurussen. Ze zijn verworden tot driedimensionale advertentiefolders. Mensen gaan erheen om een product te bekijken, het even vast te houden. Ze sturen een foto met Instagram terwijl ze aan de retro popcornmachine draaien. Wil je hem in het babyblauw of hardroze, oma? Ondertussen zoeken ze op hun mobiel waar de beste deal te krijgen is, om die ter plekke online te bestellen.
Amazon, het grootste warenhuis ter wereld, lijkt de perfecte match tussen de vraag naar en het eindeloze aanbod van spullen. Een enkele klik en klaar.
Ze weten daar namelijk precies wanneer mijn groene thee opraakt, en verschepen die alvast naar een magazijn in de buurt. Elk personeelslid bij Amazon is goed voor 800.000 dollar omzet per jaar. Daar kunnen al die vermoeide, slechtbetaalde winkelbediendes met hun marginale omzetten nooit tegen op.
Aan online winkelen zitten natuurlijk ook nadelen. Laatst bestelde ik lingerie en sindsdien wordt mijn computer overspoeld met ‘op maat gemaakte’ reclame. Te pas en te onpas staren verleidelijke meisjes gehuld in sexy ondergoed me uitdagend aan. „Mammmm!”, riep mijn dochter uit, die toevallig over mijn schouder meekeek.
Af en toe tref je ergens nog een ouderwetse winkel aan. In het hartje van Princeton werd recentelijk een nieuw filiaal geopend van Brooks Brothers, van oudsher de zaak waar ambitieuze jongemannen een pak uitzoeken voor hun eerste kantoorbaan. Ze gaan er prat op hun klasse en service, en hebben zelfs nog een ouderwetse etalage. Kom daar nog eens om.
Deze winkel leek me nu bij uitstek de plek om een flanellen pyjama te kopen voor een zieke vriend. Tot mijn treurnis lagen er slechts enkele exemplaren in het schap, gemaakt van dunne katoen en met korte mouwen. Totaal ongeschikt voor deze barre winter.
„Geen flanel?”, vroeg ik naar de bekende weg aan de toegestroomde verkoper.
De man schudde zijn hoofd. „Maar mevrouw”, vervolgde hij, „mag ik u adviseren naar onze website te gaan? Daar vindt u pyjama’s in alle soorten en maten.” Gek genoeg wist ik dat al.
Verschenen in NRC Handelsblad, 4 maart 2014